Graphidium strigosum

 

 

Esther van Praag, Ph.D.

 

 

MediRabbit.com wordt uitsluitend gefinancierd door gevers.

Elke donatie, ongeacht hoe groot, wordt gewaardeerd en zal helpen bij de voortzetting van het onderzoek van de medische zorg en de gezondheid van konijnen.

Bedankt  

 

Deze kosmopolitische parasiet wordt hoofdzakelijk bij in het wild levende konijnen (Oryctolagus cuniculus), en bij Leporiden, zoals hazen (Lepus europaeus, L. capensis) gevonden. Het konijn is waarschijnlijk de oorspronkelijke gastheer, daar deze de besmetting met G. strigosum beter verdraagt dan de haas, bij wie deze parasiet ernstige maagletsels veroorzaakt. Men neemt aan dat het aanwezig zijn van deze worm in een hazenkolonie afhankelijk is van in de omgeving levende konijnen. De verhouding tussen Graphidium strigosum en Trichostrongylus retortaeformis wordt aangehaald bij wilde konijnen. Huiskonijnen worden geïnfecteerd door het eten van groenvoer of hooi die met de larven besmet is.

Er is niet veel over de biologische aspecten en levenscyclus van deze parasiet bekent.

De eieren meten ongeveer 95*50 mm en worden in het morulastadium afgescheiden. Bij gunstige milieuomstandigheden, komen de larven na ongeveer 10 uur broeden uit. Het L2 stadium wordt binnen 2-3 dagen bereikt. De tot het L3 stadium ontwikkelde larven zijn besmettelijk en migreren via het gras al naar gelang de periode van de dag: naar het uiteinde van een halm bij schemer, naar de grond als zij blootgesteld worden aan zonlicht en hitte, en uiteindelijk door hun gastheer met het gras worden opgenomen. De volwassen mannelijke en vrouwelijke wormen zijn rood, met veel longitudinale lijnen en transversale streepjes. De mannetjes zijn ongeveer 12 mm lang, terwijl de vrouwelijke wormen ongeveer 16 mm lang zijn. Het mannetje bezit verder nog paarsgewijze slanke naaldvormige uitsteeksels en een goed ontwikkelde copula bursa (geslachts orgaan).

www.acrisah.co.kr/rabbit/rabbit5.html

 

Oocyst van Graphidium strigosum

Klinische tekenen

De klinische verschijnselen lijken op die van gastritis (maagontsteking). Een massieve plaag kan catarrale (slijmhuidontsteking) gastritis met bindweefselvermeerdering, en extreme ontsteking van diverse delen van de ingewanden (maag, kleine darm, blindedarm) veroorzaken.

Autopsie toont aan dat L4-stadium wormen opgerold in de kanalen van de maagklieren in de fundus (maag gedeelte) te vinden zijn. De volwassen wormen worden meestal in de slijmlaag gevonden, maar hebben zich hierin niet vastgezet.

Behandeling

Benzimidazoles

fenbendazol

20 mg/kg, PO, herhaald na 10-14 dagen

Macrolides

ivermectin

0.4 mg/kg, SC, herhaald na 10-14 dagen

Dankbetuiging

Voor de hulp bij de editie van teksten in het Nederlands gaat een speciale dank aan Louise en Arie van Praag, Zwitserland.

Verdere Informatie

B. Boag (1987) The Helminth Parasites of the Wild Rabbit Oryctolagus cuniculus and the brown hare Lepus capensis from the Island of Coll, Scotland. J. Zool. 212: 352-355.

B. Boag and H.H. Kolb (1989) Influence of the Host Age and Sex on Nematode Populations in the Wild Rabbit (Oryctolagus cuniculus L.). Proc. Helminth. Soc. Washington 56: 116-119.

Brookhuizen and Kemmers (1976) The Stomach Worm Graphidium strigosum (Dujardin) Railliet and Henry, in the European Hare, Lepus europaeus Pallas. In: Pielowski, Z. and Pucek Z. (eds) Ecology and Management of the European Hare Populations. Panstwowe Wydawnictwo Rolnicze i Lesne, Warshaw, Poland, pp 157-171.

J.D. Dunsmore, M.L Dudzinski (1968) Relationship of Numbers of Nematode Parasites in Wild Rabbits, Oryctolagus cuniculus (L.), to Host Sex, Age and Season. J. Parasitol. 54:  462-474.

E.A. Nickel and W. Haupt (1986) Experimental Studies on the Course and Consequences of Infection with Graphidium strigosum (Nematoda, Trichostrongylidae) in Oryctolagus cuniculus. Agnew. Parasitol. 27, 215-219.

E.J.L. Soulsby (1968) “Helminths, Arthropods, and Prorozoa of Domestic Animals”. Williams and Wilkins, Baltimore, Maryland.

R. Wetzel, K Enigk (1937) Zur Biologie von Graphidium strigosum, dem Magenwurm der Hasen und Kaninchen. Deutsch. Tierärtzliche Wochenschrift 45: 401-405..

  

   

e-mail: info@medirabbit.com